Daar zit je dan, 76 jaar oud met een achttien jaar jongere man tegenover je die je helpt met eten omdat je te veel bibbert om dit zelf te kunnen. Wel goed verzorgd, ondanks alles een dame met een mooie ketting, een chique horloge en dure ringen aan de vingers. Sinds gisteren ben je opgenomen op de afdeling palliatieve zorg waar ik als vrijwilliger af en toe een paar uurtjes meehelp. Net opgenomen in een kale kamer met alleen de noodzakelijke voorzieningen en zonder enig persoonlijk spoor behalve dan een eenzame ansichtkaart in de vensterbank. Je staart het liefst naar buiten waar je achter de kaart de bomen van het bosrijke Zon en Schild op de wind ziet mee bewegen.
De ontmoeting begon koppig, bijna boos, het duurde even voor je je liet helpen. Wel kwam er af en toe een stroom woorden uit jouw mond, meest Nederlands, maar ook Frans en een beetje Duits. De verpleegkundige hadden me verteld dat je als kind in Parijs had gewoond, geen van de verpleegkundigen kon echter haar Frans verstaan, een hersentumor doet vreemde dingen met je. Dus maar even alles in mijn beste Frans gedaan: ‘Vous voulez du fromage, pâté ou confiture?’ Dat ging beter dus ging ik verder met ‘Du pain, du vin et du Bousin?’. Tussen alle woorden, die niet altijd te verstaan en samenhangend waren, kwam het woord ‘Becaud’ een aantal keer voor. Mooi aanknopingspunt, dus vroeg ik je of je van zijn muziek houdt. Toen begonnen je oogjes te glimmen.
Vanaf mijn smart phone met Spotify heb ik toen een paar nummers van Becaud en Aznavour voor je afgespeeld. Dat vond je prachtig, je zong mee op ‘L’important c’est la rose’ en wist zelfs met gebaren het plotse einde van ‘Et maintenant’ aan te geven! Je droomde weg op Becaud’s muziek naar lang vervlogen tijden terwijl je bleef kijken naar de bomen buiten en de eenzame ansichtkaart. En daar word ik dan wel weer een beetje triest van. Je bent ernstig ziek en je hebt niet veel tijd meer. Maar wel mooie herinneringen….