O ja, wat ik vergeten te vertellen was. Vorige week liep ik door de Kalverstraat op weg naar een afspraak met ex-collega’s toen ik mij plots herinnerde dat we afgesproken hadden dat ik cake zou meenemen. Bij de eerste bakker die ik tegenkwam liep ik naar binnen en vroeg ik de bakker om een cake en of zij die voor mij in twaalf plakjes wilde snijden. Ze begon de cake aan te snijden en na tien plakken bleek dat er voor de laatste twee nog maar weinig over was. Daar baalde ik van en vroeg haar om twee extra plakken van gelijke grootte. ‘Dat kan maar dan moet u wel een tweede cake betalen’ zei ze toen. ‘Maar waarom snijdt U de cake niet eerst in twee, daarna elk stuk weer in twee en uiteindelijk elk stuk in drie? Dan krijg je toch een gelijke verdeling?’ reageerde ik. Kwaad reageerde ze ‘Ik ben een bakker en geen beëdigd cakesnijder!’ Protesterend ging ik akkoord en at de restanten van de cake zelf maar op, zonde om weg te gooien!
In het chique hotel aangekomen was een groot restaurant met meerdere verdiepingen en ik liep snel de verdiepingen af op zoek naar mijn ex-collega’s. Na zo’n dertien verdiepingen zag ik op een soort verhoging mijn collega’s zitten. ‘He Gerard, we zitten hier!’ hoorde ik Aron roepen, ’daar rechts kan je het podium op!’. Ik liep naar rechts en op de verhoging van ongeveer 70 centimeter zat een portier achter een bureau de krant te lezen. Toen ik hem vragend aankeek zei hij: “Dat is dan twee gulden!”. ‘Maar ik heb hier afgesproken!’ riep ik, ‘Daar zitten mijn collega’s!’. ‘Dit zijn de regels van het Hotel’, zei de portier die gewoon doorging de krant te lezen… Zuchtend legde ik de twee gulden neer en bleef wachten op wat er komen ging. Na enige tijd zei de portier: ‘U mag nu het podium op hoor!’. ‘Kunt u me niet optillen meneer, ik heb immers betaald en dan mag je toch ook een inspanning van uw kant verwachten?’.
Plots werd ik wakker en hoorde ik beneden het vertrouwde geluid van ‘Blauw Bloed’ op de TV waar mijn vrouw elke zondagmorgen vroeg stiekem naar kijkt…
Geïnspireerd door Etgar Keret.