Sinds ik een nieuwe smartphone heb is het mij al een paar keer overkomen dat dit apparaat plots met mij ging praten. Gisteren nog, toen ik mijn studenten college gaf, klonk het plots “Zei u iets meneer Geerlings?” en “Als u wat heeft gezegd dan heb ik dat niet verstaan”. Daar waar ik tot nu toe gewend ben dat computers alleen iets doen als je het vraagt blijkt er plots leven in het apparaat te zitten en reageert het blijkbaar op wat je zegt. Zonder het te beseffen zijn we een nieuw tijdperk ingegaan en beginnen computers menselijke trekjes te krijgen en worden ze onze beste vriend. Onlangs stonden er twee interessante berichten in de De Volkskrant die deze trend versterken en wat mij betreft een nieuwe licht werpen op onze verhouding met de techniek.
Het eerste artikel ging over een onderzoek onder 12 miljoen gebruikers van Facebook waaruit bleek dat mensen die Facebook gebruiken gelukkiger en gezonder zijn dat niet gebruikers en zelfs een hogere levensverwachting hebben. Van belang daarbij is de definitie die Facebook geeft van een actief sociaal leven: je bent het meest actief als je niet alleen berichten schrijft (zoals ik) maar Facebook vooral gebruikt om foto’s te plaatsen van vrienden en bekenden. Tevens blijkt dat mensen die voornamelijk uitgenodigd worden vriend te worden door anderen gelukkiger zijn dan mensen die meer verzoeken versturen dan ontvangen, dat lijkt me dan weer logisch! Toch vind ik dit wel gek. Wat ik om me heen zie, is juist dat mensen die veel met hun smartphone bezig zijn nauwelijks oog hebben voor de mensen om hen heen en dat dat vaak juist tot asociaal gedrag leidt, zo zie je vaak in restaurants mensen alleen maar met hun smartphone bezig en niet met elkaar communiceren. Tevens had ik de indruk dat de mensen die erg veel op social media zitten een beetje zielig zijn omdat ze schijnbaar niks anders te doen hebben. Ik heb dit aan mijn studenten voorgelegd maar die waren het helemaal met het onderzoek eens: ‘Facebook maakt je gelukkiger en wanneer je een tijdje zonder moet krijg je juist last van afkickverschijnselen’. Op doktersrecept dan allemaal maar op Facebook zou ik zeggen!
Een dag later stond er een interview in de krant met de Britse expert David Levy over kunstmatige intelligentie. Dat gaat nog een stukje verder. Zijn belangrijkst vraag is ‘Kunnen we met computers relaties onderhouden’ en zijn antwoord daarop is ‘ja’. Dat mijn smartphone in ene ongevraagd met mij kan praten is maar een eerste stap, we zullen op niet al te lange termijn met ze kunnen converseren net als met mensen. Sterker, volgens David Levy zal het op niet al te lange termijn zelfs mogelijk worden seks met ze te hebben: de seksindustrie is al bezig robots hiervoor te ontwikkelen. In het interview legt Levy eveneens een relatie met eenzaamheid ‘Beter seks met een robot dan helemaal geen seks’. Volgens hem zijn robots geen substituut voor een menselijke relatie maar aanvullend. Maar wat als de robot zover doorontwikkeld wordt dat het fijner is bij je robot dan met je eigen vrouw? Wellicht gaan vrijen met de robot van mijn vrouw dan maar?